woensdag 6 september 2017

Dwarsliggers.


Als je fietst kun je nadenken. Ongelooflijk hoeveel je kunt denken als je fietst.
Gisterochtend fietste ik dus heen en terug naar het buitenrandje van de naburige stad.
Twee keer een kwartier denktijd en tenminste vier grote thema's getackeld.
Plus één, waarvan deze stukjes meteen maar de weerslag zijn: ik houd van schrijven.
Dit zijn de andere:
1. Ik ben geen gemakkelijk mens hoewel redelijk veel mensen denken van wel.
2. Hoe overleeft men een  leven na de vrijeschool.
3. Ik geef cursussen omdat ik zelf niet graag deelnemer ben.
4. Waarom ik nog geen boek heb geschreven.
Onderwerp één is gisteren besproken. 
Onderwerp twee dus.
Hoe overleeft men een leven na de vrijeschool?
NB. Als je meteen wilt weten hoe, kun je het stukje dat hieronder staat overslaan en doorstomen naar de tekst onder de volgende foto.
Vroeger toen niet alles maar toch heel veel wel beter was, hadden we 'zuilen'. Door die verzuiling paste op elk potje een dekseltje. En omdat Nederland een land is waar alles tot in den treure is geregeld en vastgelegd, kwam er zelfs wetgeving waarin werd geregeld dat de potjes en de bijpassende dekseltjes zouden worden gefinancierd. De financiering van het onderwijs werd aldus geregeld na de zogenaamde schoolstrijd. Echt waar. In die dagen  streed men nog voor zijn/haar idealen. Zoek maar na op wikipedia: schoolstrijd (klik).
Zo kregen 'we' katholieke, diverse types protestante en gereformeerde, Joodse, openbare en bijzonder neutrale scholen in Nederland. In de loop der jaren kwamen daar nog allerlei denominaties bij, niet meer alleen gebaseerd op geloof of het ontwikkelen van maatschappelijk deugden, maar meer op onderwijskundige inzichten, zoals Montessori, Dalton, Freinet en Steiner.  Een recente uitzondering op die ontwikkeling is het ontstaan van de Islamitische scholen. 
Als je Nederlands Hervormd was, ging je naar die school en dat niet alleen, ook je maatschappelijk omgeving was NH. De bakker, de melkboer, de woningbouwvereniging, de gymclub enz.
En.....THUIS was NH met alles wat daarbij hoorde. Het was zelfs zo dat omdat thuis  NH was je naar een NH-school ging.
In de tijd dat de Vrije School werd opgericht, toen nog los van de overheidsfinanciering die door de schoolstrijd geregeld was omdat men juist geen bemoeienis wilde en vrij wilde zijn, gingen er kinderen naartoe die uit gezinnen kwamen die 'iets' hadden met Steiner en antroposofie.
In de jaren '70 van de vorige eeuw maakte de school een stevige groei- en bloeiperiode door. Toen gingen ook kinderen van 'alternatieve' ouders naar de school.
Een beetje alsof een openbaar kind naar een NH-school ging dus. De context op school was NH maar thuis was openbaar.
Het vieren en beleven van het één en ander vond dus vooral  op school plaats. Een soort omkering.

En zo gaat het ook, zelfs in toenemende mate, met de vrijeschool. In de jaren '70 en '80 werden studiegroepen zoals 'De opvoeding van het kind in het licht van de antroposofie' nog druk bezocht (en studeerden colleges (teams) nog wekelijks op Algemene Menskunde - bij voorkeur in het Duits).
Men kiest nu niet meer voor de school vanuit de eigen overtuiging, maar vanwege het concept.
Bij het concept van de vrijeschool hoort het een en ander aan ouderbetrokkenheid. Bijvoorbeeld het voorbereiden en/of vieren van  de jaarfeesten, het klassenouderschap, de kerstspelen, schoonmaken enz.
Je wordt als het ware meegenomen, zelfs een beetje opgenomen, in de modus die door de school wordt neergezet.
Tuurlijk heb je thuis een seizoentafeltje, een mooi boek of een kaart op een standaard - maar de leefwijze is bij weinig mensen antroposofisch. Sterker nog, er zijn maar weinig mensen (ook onder de leden van de vereniging) die zich ronduit antroposoof noemen.
Op het moment dat je kind de school verlaat, is dit bijna allemaal afgelopen.
Je kunt nog het geluk hebben dat je kind naar de bovenbouw gaat, vervolgens een antroposofisch getinte vervolgopleiding doet en eventueel zelf in een antroposofisch getint beroep gaat werken, maar toch, zelf sta je in toenemende mate aan de zijlijn. De vieringen doen ze zonder jou. Bezoek aan de kerstspelen levert hier en daar blikken op van "wie is dat' en op een gegeven moment sta je jezelf af te vragen wat je op alweer een bazaar doet. Alles wat je wilde hebben, had je al aangeschaft. Nog maar eens een rood lyrapotlood dan.. En bij thuiskomst blijken er al zes te liggen.
Het is echt voorbij.
Er is amper context.
Je bezoekt een lezingencircuit maar dat vergrijst met je mee en/of je moet er ver voor reizen.
 Dus, wat is na deze dramatische routebeschrijving het antwoord op de vraag hoe je overleeft na de vrijeschool?
Neem het heft in eigen hand!
Vier zelf (en begin er op tijd mee zodat het in je ritme komt). Vier met elkaar. Vorm een gemeenschap. Zorg dat je niet afhankelijk wordt van wat de school biedt, maar doe de dingen zelf.

En je snapt natuurlijk wel dat dit stukje in de eerste plaats bedoeld is als een reminder aan mijzelf!



1 opmerking: